Een ontmoeting tussen twee doodsfantasten
Een woensdagavond in Amsterdam. Zo’n twintig geïnteresseerden - kunstenaars, begrafenisondernemers en enthousiastelingen - zitten in een klein zaaltje in het centrum van de stad. Door de ramen klinkt het geluid van klinkende glazen en restaurant, binnen praten we het over het composteren van een dode muskusrat. Het is de eerste editie van Still Life een serie programma’s van Mediamatic over de dood, kunst en alles wat daarmee samenhangt.
Het is de hoofdspreker van deze avond die als aanstichter van De Humusator benoemd kan worden. Koen Roygens treedt op als spreekbuis van de toekomstige dode mens. Als mede-initiator van de Belgische stichting Metamorfose, voorkomend uit het gedachtegoed van Francis Busigny, maakt hij zich hard voor het scheppen van een wettelijk kader voor humusatie. Humusatie kan omschreven worden als het zo ecologisch mogelijk laten vergaan van dode lichaam. Niet onder de grond, maar boven de grond in een dikke laag van organisch materiaal. Een soort natuurbegraven next level. Zo zal, zoals Koen het die avond voor schetst, het lichaam binnen 12 maanden volledig vergaan en transformeren.
Van dood lichaam tot rijke humus. Bron voor nieuwe kringlopen. Mooier kan niet.
Nog geen twee weken later zitten Susanne Duijvestein en Rosalie Bak samen aan tafel. Dat humuseren, is dat niet precies wat we voor onszelf willen? Waarom kan dat nog niet in Nederland? Wat betekent deze methode voor de ecologie? Hoe zou een humusatie-hof van de toekomst eruit zien? Wat is de rol van de grafdelver, of beter gezegd humusator? Hoe zit het met de aantallen m2-ers die hiervoor nodig zijn? Is het veilig? Hoe zien afscheidsrituelen eruit? Wie wil dit nog meer?!
Tijd dus om erover te onderzoeken. Te schrijven, te praten, te testen. Om, wie weet, ooit zelf gehumuseerd te worden.